Hilde Overbergh


Studio Vaartstraat
Periode: 11.04.2015—11.04.2016

Hilde Overbergh (°1964) woont en werkt in Leuven. Ze stu­deer­de gra­fiek in San Francisco (Academy of Art), en schil­der­kunst in Los Angeles (Otis/​Parsons) en Hasselt (PXL).


Website
HILDE OVERBERGH 2 HILDE OVERBERGH 5 HILDE OVERBERGH 3 HILDE OVERBERGH HILDE OVERBERGH 4

Hilde Overbergh

In een steeds ver­an­de­ren­de en klei­ner wor­den­de wereld drin­gen nieu­we tac­tie­ken zich op. Hilde Overbergh heeft zo haar eigen metho­des ont­wik­keld om te anti­ci­pe­ren op de poten­ti­ë­le claus­tro­fo­bie die dat met zich mee­brengt. Vanuit een inte­res­se voor com­po­si­to­ri­sche stra­te­gie­ën ont­dekt, ont­bloot en ver­bergt ze patro­nen van ver­schil­len­de archi­tec­tu­ra­le en ruim­te­lij­ke situ­a­ties en brengt die samen in het schilderij.

Het is voor­al span­nend om te zien hoe Overbergh de laat­ste jaren de twee­di­men­si­o­na­le, schil­der­kun­sti­ge ruim­te heeft weten uit te brei­den tot drie­di­men­si­o­na­le instal­la­ties in de fysie­ke ruim­te. Die instal­la­ties bevat­ten nog steeds schil­de­rij­en op doek maar inmid­dels ook sculp­tu­ra­le ele­men­ten uit hout, (plexi-)glas en stof­fen, al dan niet beschil­derd. De sculp­tu­ra­le ele­men­ten wor­den meest­al opge­steld in con­tact met de muur of lig­gend op de vloer. De ver­schil­len­de stuk­ken stof, van kwa­li­ta­tief schil­ders­doek tot vreem­de syn­the­ti­sche nylon, ver­werkt ze in de schil­de­rij­en o.a. door ze aan elkaar te naai­en , en als dra­ger te gebrui­ken. Soms wor­den die syn­the­ti­sche struc­tu­ren over elkaar geplaatst en gevou­wen zodat moi­ré-ach­ti­ge inter­fe­ren­tie patroon­tjes ont­staan. Recent intro­du­ceer­de ze gezeef­druk­te ele­men­ten in haar doe­ken. Hoewel het geen idee is waar ze zich door laat inper­ken, zijn haar ruim­te­lij­ke opstel­lin­gen dus in prin­ci­pe mul­ti­me­di­aal, maar ze blij­ven opge­bouwd uit ele­men­tai­re onder­de­len van het klas­sie­ke’ schil­de­rij: hout, doek, kleur en beeld’.

Zo slaagt Overbergh er keer op keer in om de grens­co­ör­di­na­ten van haar prak­tijk eigen­han­dig te ver­leg­gen en geken­de ele­men­ten te trans­for­me­ren tot een nieu­we voe­dings­bo­dem. Ondanks de dic­ta­to­ri­a­le wer­ke­lijk­heid toont Overbergh ons dat de moge­lijk­he­den ein­de­loos zijn. In haar ruim­te­lij­ke kleu­r­ak­koor­den zoekt ze als een vol­leerd free­jazz muzi­kant naar de grens van wat haar instru­ment, het medi­um, kan en niet kan. Overbergh ver­wer­ke­lijkt zo haar gelaag­de onto­lo­gie van het geschil­der­de beeld door zich te blij­ven navi­ge­ren ten opzich­te van het ijle nul­punt: het idee schilderkunst.